Zo bepaalt men de brandveiligheid
Om de brandveiligheid van een gebouw te bepalen, kijkt men naar de brandweerstand en de brandreactie. Hoe hoger de brandweerstand van een houten deur of balk, hoe langer het duurt voor die het bij een brand zal begeven. De brandreactie van een materiaal zegt iets over de manier waarop rook en vuur zich ontwikkelen bij een brand. Hoe snel gaat het branden, hoe verspreiden de vlammen zich, hoeveel rook ontstaat er, …. Op basis van die gegevens kent men een brandklasse toe aan elk product.
Hout heeft een natuurlijke brandweerstand
Bij de verbranding van hout vormt er zich aan de buitenkant een verkoolde laag, die de binnenkant beschermt tegen ontvlamming. Daardoor heeft hout een natuurlijke brandweerstand. De beschermlaag nemen architecten bovendien mee in hun berekeningen van bijvoorbeeld de dikte van een draagbalk. Die overdimensionering, zoals men het in vaktermen noemt, zorgt ervoor dat houten draagbalken standhouden tijdens een brand.
De berekening moet ook voldoen aan de Europese norm. Om de brandweerstand nog te vergroten, wordt hout tot slot gecombineerd met andere materialen zoals gipsplaten en baksteen.
Oorzaken van woningbrand
In vergelijking met materialen zoals textiel heeft hout een gunstige brandreactie. Woningbranden ontstaan dan ook zelden door het gebruik van hout, maar worden veelal in verband gebracht met matrassen, gordijnen, kleding, bedlinnen, frituurvet of papier. De meest voorkomende oorzaken zijn roken in bed, het gebruik van kaarsen, koken, kleding tegen de kachel en schoorsteenbranden.
Houtskeletbouw en brandveiligheid
Uit studies van onder andere het Nederlandse Instituut voor Fysieke Veiligheid blijkt dat de bouwmethode geen invloed heeft op het brandrisico of het verloop van een brand. Met andere woorden: houtskeletbouw is net zo brandveilig als andere bouwmethoden. Ook voor brandverzekeraars hebben woningen met een houtskelet geen hoger brandrisico.